Arkel vroeger

Arkel - vroeger

De naam Arkel (Arkloa, Arclo) is mogelijk afgeleid van ark, “kleine sluis of dam” ofwel van Germaans arga (slecht) en -loo (bos). Momenteel wordt Arkel nog steeds omringd door water: enerzijds de Linge, aan de andere zijde het Merwedekanaal.

Arkel strekt zich vanaf het dorp helemaal uit over het Verbindingskanaal tot Kedichem, Nieuwland en zelfs bijna tot Leerdam. 

Volgens 16e-eeuwse kroniekschrijvers zou Arkel al in 983 gesticht zijn door Jan van Arkel, de zoon van Foppe van Arkel (ca. 970 – 1008), heer van Arkel en Heukelum en Maria van Oyen. Jan trouwde met Elisabeth van Cuijk (ca. 1010 – 1030), dochter van Willem van Cuijk. Jan stichtte rond 1020 een kerk te Leerbroek en vertrok naar het Heilige Land, vermoedelijk op pelgrimstocht om Jerusalem te bezoeken. Vervolgens zou hij in Byzantijnse dienst getreden zijn en was hij aanwezig bij verscheidene acties tegen Seltsjoek-Turken. Hij overleed tijdens een hinderlaag in Syrië en werd opgevolgd door zijn zoon Jan II van Arkel. Deze versie wordt tegenwoordig echter als niet-historisch beschouwd. Wat zeker is dat Herbaren II van der Lede, leenman van de heerlijkheid Ter Leede, zich rond 1234-1240 bij Arkel vestigde. Hij werd hiermee de stamvader van het geslacht van Arkel.

Land van Arkel
Het Land van Arkel was een leenschap van de graven van Holland, tot aan 1412 beheerd door de Heren van Arkel. Het grondgebied strekte van de rivier de Merwede in het zuiden tot aan het hedendaagse Everdingen in het noorden, en van het riviertje de Linge in het oosten ongeveer tot de rivier de Lek in het westen. Hedendaagse plaatsen in het grondgebied zijn onder andere Leerdam, Arkel, Heukelum, Asperen, Hagestein, Haastrecht en Gorinchem.

Herbaren II van der Lede liet de De heerlijkheid Ter Leede (vermoedelijk gelegen net ten zuiden van het hedendaagse Leerdam) na aan zijn jongere broer Jan I van der Lede.

De zoon van Herbaren, Jan I van Arkel wordt in een kroniek uit 1253 genoemd als leenheer van de graaf van Holland. In 1260 kreeg hij Bergambacht in zijn bezit.

Zijn opvolger Jan II kocht in 1272 de havenplaats Gorinchem van de graaf van Bentheim. Het grondgebied strekte zich nu tot aan de Merwede, en men mocht nu tol heffen op de Lek en de Merwede. Er ontstond een bloeiende handel waaruit de Heren van Arkel grote verdiensten konden halen. Er werden diverse kastelen gebouwd, waarvan de meest bekende in Asperen, Haastrecht en Gorinchem (1267). De heren verbleven meestal in het laatste kasteel. Jan II droeg het kasteel van Gorinchem in 1290 op aan zijn leenheer Floris V van Holland, uit eerbied voor diens gezag.

Nadat Jan II van der Lede in 1305 overleed zonder nageslacht, erfde Jan III van Arkel de heerlijkheid Ter Leede. In 1351 kwamen nog landerijen aan de Lek erbij. Ook Haastrecht werd toegevoegd. Otto van Arkel verleende Gorinchem, Hagestein en Leerdam in 1382 stadsrechten. De macht van de Heren van Arkel was eind 14e eeuw op zijn hoogst.

De burcht die aan de oostelijke oever van de stad Gorinchem stond, werd De Keizerlijke burcht genoemd.Het hertogdom Gelre, het graafschap Holland en het sticht Utrecht zagen lijdzaam toe hoe de economische en militaire macht van het leenschap groeide. Wat volgde waren de Arkelse Oorlogen (1401-1412), vooral na een dispuut met de graaf van Holland, Albrecht van Beieren. Jan V wist stand te houden tot 1412, maar werd verdreven tot aan Vuren, waar hij gevangengenomen werd. Hij sleet zijn verdere leven in Gouda en Leerdam. Zijn zoon Willem leidde een opstand in 1417, maar werd daarbij gedood.

De macht van het geslacht kwam daarmee tot een einde, hoewel de nakomelingen van Maria van Arkel, een dochter van Jan V, grote politieke macht in Gelre zouden verwerven.

De burcht in Gorinchem werd afgebroken in 1413. Ten zuiden van de stadsmuren werd een nieuw slot gebouwd voor de graven van Holland. Dit slot stond bekend als de Blauwe Toren.

Het geslacht van Arkel wordt voor het eerst vermeld in 1254, waarschijnlijk als tak van de heren van Ter Leede. Hoewel sommige 16e-eeuwse genealogieën het geslacht nog veel verder terug willen voeren, worden deze tegenwoordig als niet betrouwbaar beschouwd.

 

Periode

Naam

Opmerkingen

1234 – 1253 Herbaren II van der Lede Krijgt het recht over de heerlijkheid Arkel (Arcelo, Arclo).
1253 – 1272 Jan I van Arkel Bijgenaamd De Sterke
 ? – 1297 Jan II van Arkel
Nicolaas van Arkel Bastaardzoon van Jan II; Regent († 1345)
 ? – 1324 Jan III van Arkel
1326 – 1360 Jan IV van Arkel
1360 -1396 Otto van Arkel
1396 – 1412 Jan V van Arkel Bijgenaamd De Stadhouder
Willem van Arkel Opvolger en zoon van Jan V; het leenschap was echter ingevorderd door het graafschap Holland

 

Historische Vondsten
In 2002 werd aan de Krijtstraat van Gorinchem het voormalige hof van de Arkels opgegraven. Welke functie dit hof had is niet duidelijk. Tegelijkertijd beschikten de Arkels namelijk over een kasteel aan de oostzijde van de stad. Ter herinnering aan de Arkels werd als monument een van de aangetroffen pilaren uit de zuilengalerij van het voormalige hof opnieuw opgemetseld en voorzien van een schildje dat verwijst naar de Heren van Arkel. Ten oosten van de stad, aan de Dalemsedijk werden in 1996 tijdens werkzaamheden in het kader van de dijkverzwaring bij toeval funderingen van het voormalige 13e-eeuwse kasteel van de Arkels aangetroffen. Destijds ook wel door tijdgenoten de Keizerlijke Burcht van de Arkels genoemd. Omdat er verder geen ingrepen in de grond plaats zouden vinden, bleef het onderzoek beperkt tot een verkenning. In 2006 werden in Hagestein de funderingen van een kasteel vrij gegraven, dat aan de Heren van Arkel toebehoorde.

Bezienswaardigheden
Het dorp Arkel heeft weinig culturele bezienswaardigheden en bestaat voor het grootste gedeelte uit naoorlogse woningen. Het koepelkerkje aan de Onderweg is echter wel bijzonder. Tot 1865 stond er een kruiskerkje, maar dat was zo erg vervallen, dat in 1866, met financiële steun van Willem II een nieuwe kerk werd gebouwd, die echter in 1929 afbrandde. In dat jaar werd het huidige Koepelkerkje gebouwd.

De voormalige korenmolen Jan van Arkel uit 1852 is vanuit bijna iedere straat in het dorp te zien.

De huidige molen werd in 1851 gebouwd en is tot 1970 in gebruik geweest voor het malen van graan voor veevoer. Rond 1840 gingen er echter al stemmen op om ter plekke een molen te laten verrijzen. Op 27 september 1840 werd Antonie Rekoert uit Groot-Ammers vergunning verleend in Arkel een korenmolen te laten bouwen. Vanwege de hoge accijnzen, de genaamde ‘belasting op het gemaal’, zag hij bij nader inzien af van zijn plan. Korte tijd later, op 15 juli 1846, werd door het plaatselijk bestuur aan Willem van Tuil, korenmolenaar te Giessen-Nieuwkerk, vergunning verleend om in zijn boomgaard een korenmolen te bouwen. Het provinciaal bestuur weigerde echter een vergunning af te geven omdat naar zijn oordeel de molen te dicht bij de openbare weg was gepland. De minimale afstand tussen rijweg en molen moest vijftig el meten. Omdat het perceel van de boomgaard kennelijk te klein was om het plan aan te passen, kon de bouw niet doorgaan. In het voorjaar van 1851 werd hetzelfde stuk boomgaard aangekocht door Johannes Westers, een aannemer uit Utrecht. Westers had kort daarvoor in het Noord-Hollandse Schermerhorn twee achtkantige houten poldermolens (circa 1634) voor f 1.085 aangekocht die daar als ondermolens (molen A en molen B) hadden gediend en overbodig waren geworden. Westers zag mogelijkheden beide ondermolens met scheprad als korenmolens te herbouwen, te weten één in Soest (De Vlijt) en één in Arkel. Om boven de omliggende bebouwing uit te komen, werd de achtkantige houten romp op een hoge gemetselde onderbouw geplaatst die werd voorzien van een stelling.

Vanaf 1851 tot kort voor de Tweede Wereldoorlog was in de molen nog een koppel stenen aanwezig waarmee eikenschors werd vermalen tot run. Dit product werd afgezet aan in Gorinchem gevestigde leerlooierijen.

In 1941 werd een houten roede vervangen door een gebruikt exemplaar dat al enige jaren bij de molen in reserve lag. Het jaar daarop werd het oudhollands opgehekte wiekenkruis gewijzigd in het systeem Van Bussel. Vervolgens werd in 1943 het bovenwiel vervangen door het wiel van de in 1942 gesloopte beltkorenmolen van Heeze (N.-B.).

Toen de concurrentie van de grotere meelfabrieken steeds meer voelbaar werd, overwoog eigenaar C. Scherpenisse in 1946 de molen gedeeltelijk te laten slopen om in het stenen onderachtkant over te gaan op motorische bemaling. Toen dit burgemeester H. Scheffer van Arkel ter ore kwam, zette hij alle zeilen bij om de molen voor Arkel te bewaren. Door zijn grote persoonlijke inzet en mede dankzij donaties en leningen kon de molen op 30 december 1947 door de gemeente worden aangekocht.

Van 1947 tot 1952 was de molen verhuurd geweest aan de heer Schuurman. In 1948 werd het kruirad vervangen door een kruilier die door de daarin aangebrachte tandwieloverbrenging bij het gebruik minder inspanning vergt. In 1955 werd door de toenmalige huurder/molenaar C. Scherpenisse een koppel stenen aangekocht dat werd aangedreven door een Brons-dieselmotor, voor gebruik tijdens windstille perioden. Met de molen werden toen alleen nog graan voor veevoeder gemalen. Het malen ten behoeve van plaatselijke bakkerijen heeft na de oorlog niet meer plaatsgevonden. Vijf jaar later werd een belangrijke restauratie aan de molen uitgevoerd waarbij de stelling, de windpeluw, een steenrondsel, de staartbalk, de korte en lange spruit en vijf velden net werden vernieuwd. Bovendien werden de houten rollen van het kruiwerk vervangen door een Engels kruiwerk. Toen in 1969 een der roeden diende te worden vervangen, werd bij die gelegenheid ook het wieksysteem Van Bussel van de andere roede verwijderd en werd op beide roeden het systeem Fauel aangebracht. Dit kon helaas niet verhinderen dat de molen kort daarna buiten gebruik kwam. Als gevolg van de gemeentelijke herindeling kwam de molen per 1 januari 1986 in eigendom van de gemeente Giessenlanden. Op 1 mei 1991 is de molen overgedragen aan de Stichting tot Instandhouding van Molens in de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden (SIMAV).


De molen is alleen op afspraak te bezichtigen.
Molenaar: Bas de Deugd (dguededsab.[antispam].@gmail.com)

Contactgegevens

Rietveld 1
4241 EB  Arkel

Telefoon: 0183 -  564036
E-mail: ofni.[antispam].@wsvdegors.nl

Komende activiteiten